In 1990 is de Natuur- en Vogelwacht begonnen met
het inrichten van speciale winterverblijfplaatsen voor vleermuizen.
Daarbij werd vooral gebruikgemaakt van de vele bunkers uit de
Nieuwe Hollandse Waterlinie, die vlak vóór de Tweede Wereldoorlog
in het buitengebied van Dordrecht en de rand van de Biesbosch door
het Nederlandse leger zijn gebouwd. Inmiddels zijn er twaalf van
dergelijke vleermuisverblijfplaatsen ingericht.
Eenmaal per jaar, in januari, worden deze
objecten geïnspecteerd om te kijken of ze ook benut worden en welke
soorten en aantallen vleermuizen er gebruik van maken.
De januari-controle van 2014 heeft onlangs
plaatsgevonden en het blijkt dat de winterverblijfplaatsen populair
zijn bij drie soorten vleermuizen. Dat zijn de Gewone
baardvleermuis, de Gewone grootoorvleermuis en de Watervleermuis.
De Gewone grootoorvleermuis was dit jaar met 22
exemplaren koploper.
|