Telpost Dordtse Biesbosch
   

De locatie

In het verleden is er wat geëxperimenteerd met de beste trektellocatie op het eiland van Dordrecht waarbij de Westhaven, 50 meter van het onderkomen van de Natuur- en Vogelwacht vandaan in Boswachterij de Elzen, lang een favoriete locatie was. Doordat het om de Westhaven gelegen bos echter snel groeide, werd het zicht meer en meer beperkt waardoor uiteindelijk het Zuidplaatje in beeld kwam als definitieve locatie voor de vogeltelpost ‘de Dordtse Biesbosch’.

 
   
Deze telpost bevindt zich langs de tussen 1840-1870 gegraven Nieuwe Merwede op de zomerdijk van de karakteristieke Biesboschpolder ‘Het Zuidplaatje’. De telpost ligt in atlasblok 44 22 24 linksonder.

Deze locatie heeft een uitstekend zicht zodat de trekvogels al van verre aangekomen kunnen zien worden. Alleen naar het noordwesten is het zicht helaas wat beperkt door een populierenlaan. Voor een telpost in het binnenland, waar geringe stuwing van trekvogels optreedt, is telpost ‘de Dordtse Biesbosch’ een goede en gevarieerde telpost.

 

Enkele cijfers

Sinds juli 2003 zijn er tot en met eind 2008 in totaal 913.536 vogels geteld en de verwachting is dat de miljoenste vogel in oktober 2009 geteld zal worden. Er werden in totaal 188 vogelsoorten op trek genoteerd. Het aantal getelde vogels en waargenomen soorten per jaar over telpost ‘de Dordtse Biesbosch’ is te vinden in figuur 1.

 
Bij deze in totaal getelde ruim 900.000 getelde vogels zitten soorten bij die heel vaak gezien worden en soorten die slechts eenmaal gezien zijn. Tot en met 2008 zijn er 48 van de 188 waargenomen soorten die minder dan 5 keer zijn waargenomen. Enkele voorbeelden van soorten die slechts één keer voorbijtrekkend zijn gezien over de telpost zijn een IJsduiker, een Zwarte specht, een Ruigpootbuizerd, een Roodstuitzwaluw, een Steppekiekendief, een Roodhalsgans en een Jan-van-gent. Een lijst met de 20 meest getelde soorten is te vinden in tabel 1. Het grootste deel van de ruim 900.000 getelde vogels waren spreeuwen die 22% van de getelde vogels uitmaken. De top 5 van meest getelde vogels maken 65% van het totaal uit en de gehele top 10 is ruim 80% van het totaal getelde aantal vogels. Grauwe en kolganzen Foto: Hans Gebuis
Vogeltrek vindt eigenlijk heel het jaar door plaats, maar er zijn perioden aan te wijzen dat duidelijk meer soorten door ons land trekken dan anders. In het voorjaar piekt de vogeltrek tussen maart en mei. In het najaar is dit in augustus tot en met november. Deze pieken - maar ook dat er heel het jaar door trek plaatsvindt - zijn goed te zien in figuur 2.
   
   
Welke vogeltrek in welke maand?

Iedere maand heeft zijn eigen charmes. Grote aantallen, soorten die juist dan veel vliegen of de kans op zeldzaamheden. Zo komt in januari de eerste ganzentrek langzaam op gang met onder andere de kans op Kleine rietganzen die meestal in deze maand weer terug naar het noorden vliegen. Of de eerste kleine mantelmeeuw kan alweer ontdekt worden, net terug uit Zuid Europa.

In februari is de ganzentrek in volle gang en is het wachten op de eerste grutto en lepelaar. Maart is in het voorjaar de maand met de grootste aantallen vogels. Vooral spreeuwen, steltlopers en eenden vliegen dan volop. Denk dan aan pijlstaarten, kieviten, plevieren, grutto’s en andere schaarsere eenden en steltlopers.

Bruine kiekendief Foto: Hans Gebuis
   
Ook is maart de tijd voor de eerste zwaluwen en gele kwikstaarten, een altijd zeer hartverwarmende verschijning in het vroege voorjaar. Ook neemt de kans op zeldzame doortrekkers toe. Zeer memorabel in deze is bijvoorbeeld de teldag op 12 maart 2006 toen er naast 533 grutto’s, 80 pijlstaarten, 13 brilduikers, 3 Bruine kiekendieven ook een Roodhalsgans, een Kraanvogel en een Zeearend langs kwamen vliegen!

April is een zeer soortenrijke maand waarin met name de graspiepers voor de aantallen zorgen. Maar er zijn vele soorten die dan in lage aantallen doortrekken, bijvoorbeeld beflijsters, vele roofvogelsoorten, meeuwen, naast zeldzaamheden als Roodstuitzwaluw, Bonte vliegenvanger en Koereiger.

Lepelaars Foto: Hans Gebuis
   
Ook komen vele zomergasten nu binnen als Gierzwaluw, Koekoek en sterns. Twee zeer goede dagen in april waren bijvoorbeeld 14 april 2007 met onder andere een Purperreiger, 6 Bruine kiekendieven, 2 smellekens, 2 zwartkopmeeuwen, 2 koekoeken, 1022 graspiepers en een beflijster en als klapstuk een Steppekiekendief. 20 april 2008 zal ook niet snel vergeten worden met maar liefst 77 trekvogelsoorten zoals een Zwarte wouw, 5 zwartkopmeeuwen, 6 dwergmeeuwen, 2965 graspiepers, 12 beflijsters, een Appelvink. 6 smellekens, 2 visarenden en een Bonte vliegenvanger.

In mei worden de aantallen verzorgd door gierzwaluwen en boerenzwaluwen. Verder is het vooral volhouden omdat de gehele dag kleine aantallen leuke soorten kunnen doortrekken. Zo was 5 mei 2006 erg goed met onder andere een Ooievaar, 2 Zwarte wouwen, 6 boomvalken, 33 Zwarte sterns, 5 koekoeken, 2 duinpiepers en 2 wielewalen.

Visdief Foto: Hans Gebuis
   
Daarna volgt de zomer (juni, juli en augustus) waarbij de trek in juni en juli voornamelijk beperkt is tot de eerst twee uren van de dag en vooral ’s avonds. In augustus neemt de trekintensiteit ook overdag weer flink toe. In de zomerperiode kunnen avondtellingen zeer lonend zijn met name voor reigers, steltlopers en sterns. Bijvoorbeeld tijdens de telling van 29 juli 2007 toen 66 tureluurs, 40 scholeksters, 2 goudplevieren, 2 bosruiters en 19 visdieven werden geteld. Als één van de weinig posten in Nederland valt op telpost ‘de Dordtse Biesbosch’ ook de purperreigertrek in augustus-september goed te volgen. Zo werden er op 29 augustus 2008 bijvoorbeeld 53 purperreigers geteld, naast 2 kleine zilverreigers en 6 blauwe reigers. Tevens is onze telpost bekend om de zomeravondtrek van de Scholekster eind juli, begin augustus met bijvoorbeeld 72 scholeksters op 29 juli 2006. In figuur 3 is het gemiddelde verloop van de avondtrek van de Scholekster over de periode 2003-2008 goed te zien, met een piek in de laatste decade van juli.   Kramsvogel Foto: Hans Gebuis
 
   
September is de maand waarin de meeste trekvogelsoorten zijn vastgesteld, tot en met 2008 maar liefst 128. Nagenoeg alle zomervogels vertrekken dan naar het zuiden en de eerste wintergasten druppelen ook binnen. De aantallen komen in september vooral van spreeuwen, zwaluwen en graspiepers. Eén van de meest overweldigende trekdagen in september was 14 september 2008. De trek ging heel de dag door en er werden maar liefst 10.413 vogels geteld van 59 soorten met onder andere 1.611 aalscholvers, 9 Grote zilverreigers, 20 purperreigers, 51 ooievaars, 34 lepelaars, 1 Casarca, 7 wespendieven, 25 Bruine kiekendieven, 17 sperwers, 12 visarenden, 5 torenvalken, 1 Roodpootvalk, 4 Zwarte sterns, 1.474 boerenzwaluwen, 568 Zwarte mezen, 5.198 spreeuwen en een Appelvink. Graspieper Foto: Hans Gebuis
   
Oktober is traditioneel de beste maand om vogeltrek te bekijken; veel soorten en grote aantallen (zie ook figuur 2). De grootste aantallen worden gevormd door lijsters, spreeuwen, vinken en houtduiven, maar ook aalscholvers, ganzen, graspiepers, veldleeuweriken en kieviten kunnen met duizenden vliegen. Eén van de meest onvergetelijke dagen beleefde een teller op 2 oktober 2007 toen 101.356 vogels werden geteld. Een dergelijke stroom vogels is onmogelijk te tellen en moet je dan ook zo goed mogelijk schatten (per 100 vogels bijvoorbeeld). Inherent aan een grote massa vogels is dat je eigenlijk te druk bent met tellen en geen tijd hebt om die schaarsere soort eruit te halen. Er werden die dag dan ook ‘slechts’ 31 soorten gezien. Maar wel onder andere deze aantallen: Koperwiek 62.000, Vink 20.500, Zanglijster 12.500, Kramsvogel 5.500, Merel 100, Beflijster 1, Boerenzwaluw 80, Smelleken 1, barmsijs 2. Een dag die deze teller nooit zal vergeten. Kieviten Foto: Hans Gebuis
 
Dit soort dagen zijn natuurlijk uitzonderingen, maar op ‘doorsnee’ goede oktoberdagen is het ook erg leuk. Vaak vliegen er goede aantallen en, vooral met meerdere tellers, heb je kans schaarse soorten eruit te pikken. Zoals bijvoorbeeld 14 oktober 2007 toen 8.517 vogels van 70 soorten langs vlogen met onder andere een Rode wouw, een Kraanvogel, een Visdief, een Beflijster, een Bladkoning, 2 vuurgoudhaantjes, 25 goudhaantjes, 170 pimpelmezen, 4 kruisbekken, 3 appelvinken en 2.355 vinken, Goudhaantje Foto: Hans Gebuis
   
November vormt de (soms flinke) staart van oktober waarin alle genoemde soorten nog steeds goed kunnen vliegen. Ook is de kans op Kleine en Wilde zwanen dan groot. De diversiteit aan soorten neemt wel gestaag af in november. Indrukwekkende dagen zijn er genoeg zoals bijvoorbeeld 2 november 2008 met 28.573 vogels van 61 soorten met onder andere een Parelduiker, 3.050 Grauwe ganzen, een Blauwe kiekendief, 4.047 kieviten, 44 boomleeuweriken, 4.170 veldleeuweriken, 4.751 kramsvogels, 4.973 koperwieken, 2 goudvinken, 2 appelvinken en 2 geelgorzen. Blauwe kiekendief Foto: Hans Gebuis
   
In december breekt de relatief rustige winterperiode aan met beperkte vogeltrek. Maar vooral onder invloed van vorst (en sneeuwval) kunnen er nog leuke verschuivingen plaatsvinden. Vooral ganzen, kieviten, Grote zilverreigers en watervogels reageren hierop. Zo zorgde het dichtvriezen van de ondiepe wateren voor een wegtrek van Grote zilverreigers op 16 december 2007 met maar liefst 66 exemplaren. Tevens trokken 927 kieviten verder naar het zuiden. Iedere maand valt er op vogeltrekgebied dus wel wat te beleven! Kuifeenden Foto: Hans Gebuis
   
Leuke dagrecords

 

Dat trektelpost ‘de Dordtse Biesbosch’ een goede locatie is om vogeltrek waar te nemen bewijzen niet alleen de aantallen en soorten die worden waargenomen, maar ook onze dagrecords. De telpost kent enkele, ook landelijk gezien, erg goede dagrecords zoals 66 Grote zilverreigers tijdens één telling wat tot maart 2009 nog steeds het landelijk record is. Een selectie van indrukwekkende dagrecords van telpost ‘de Dordtse Biesbosch’ zijn te vinden in tabel 2.

Grote zilverreigers Foto: Hans Gebuis
   
   
Voor een overzicht van alle dagrecords van telpost ‘de Dordtse Biesbosch’  kunt u hier dagrecord telpost een excelbestand downloaden.

En op trektellen.nl  kunt u per jaar de waargenomen soorten en aantallen bekijken van telpost ‘de Dordtse Biesbosch’.

   

Meer dan vogeltrek alleen!

De locatie van de telpost aan de rand van de Dordtse Biesbosch zorgt er voor dat er altijd wel wat te zien is. Visarenden, zilverreigers, lepelaars, blauwborsten, waterrallen, Kleine bonte spechten, Cetti’s zangers, maar ook zoogdieren als bevers, beverratten, reeën en zelfs een bunzing. Daarnaast genoeg andere fauna als Kleine watersalamander, Oranjetipje, Glassnijder, Viervlek, Bruine en Blauwe glazenmaker. Je hoeft je geen moment te vervelen dus!

Na vijf jaar trektellen op telpost ‘de Dordtse Biesbosch’ heeft de telpost zich genesteld tussen de goede binnenlandse trektelposten en zijn er veel waardevolle gegevens verzameld over het belang van de Biesbosch voor trekvogels. Iedere dag kan net dé dag van die zeldzaamheid of die van de grote aantallen zijn. Trektellen is wel één van de moeilijkste disciplines van het vogels kijken. De meeste vogels zijn maar zeer kort te zien en komen vaak onder slechte lichtomstandigheden voorbij. Maar bovenal is trektellen gewoon verschrikkelijk leuk en spannend! Heeft u ook interesse? Laat het ons weten, u kunt altijd meetellen. Teldagen zijn vooral op zaterdag en/of zondag. Bij slecht weer kan hier van afgeweken worden.

Voor aanmelden of meer informatie over het trektellen kunt u contact opnemen via email met Sander Terlouw sander@terlouw.us

 

Nóg niet genoeg gelezen over deze geweldige trektelpost?

Klik dan hier voor alle jaarverslagen van telpost ‘de Dordtse Biesbosch’.

Vogeltrekteller Sander Terlouw Foto: Hans Gebuis