Sanering Dordtse biesbosch

Sanering van de Dordtse Biesbosch

In het kader van de Europese kaderrichtlijn Water (EKW), die zorgt voor de kwaliteit van het Europese grond- en oppervlaktewater, heeft Rijkswaterstaat in de periode 2010-2013 in de Dordtse Biesbosch de waterbodem gesaneerd.

Dit was vooral nodig omdat er, na de industriële revolutie en de afsluiting van het Haringvliet in 1970 (met een dam en sluizen), veel en zwaar verontreinigd slib, meegevoerd door  de Rijn en de Maas, in de Biesbosch en in het Haringvliet bezonken is.

Verontreiniging

Het vervuilde slib bestaat vooral uit: zware metalen zoals zink, arseen, koper, nikkel, kwik, cadmium en lood, maar ook chemische verbindingen van PCB’s  (Polychloorbifenyl) en HCB (Hexachloorbenzeen). Zie ook de aalscholverkolonie

 Wat is saneren?

Saneren is de verontreinigde bodem afgraven en vervangen door schone grond of de verontreinigde bodem met schone grond afdekken.

Wat is er gesaneerd?

De Dordtse Biesbosch is ca 700 ha groot waarvan ongeveer 300 hectare uit grote, middelgrote en kleine kreken bestaat.  Een deel van deze kreken (ca 135 ha) wordt in de loop der jaren (15-20 jaar) door natuurlijke afzetting van schoner slib op deze wijze schoon. 95 hectare  wordt door een combinatie van baggeren en afdekken gesaneerd. Ca 50 hectare door uitsluitend afdekken van de bodem met schone grond, maar vanwege de kwetsbaarheid van het natuurgebied zijn een aantal middelgrote en kleine kreken (bij elkaar ca 20 ha) niet gesaneerd.

De sanering vond plaats in het gebied tussen de Moerdijkbruggen, het gebied bij de Spoorslootgriend, een deel van het Lepelaarsgat, de grote kreken Zuid-Maartensgat, Zeehondengat, Gat van de Noorderels en Noorderdiep en de middelgrote kreken Zuidgat en een deel van het Gat van Kielen. Bij elkaar zo’n 165 hectare.

 Eind 2013 zou de waterbodem in Dordtse Biesbosch dus voor een groot gedeelte van de vervuiling ontdaan moeten zijn. Na die tijd zou een gezonder bodemleven weer op gang moeten komen.